Inleiding 

In mijn geboorteplaats Amsterdam, waar ik tot mijn 31ste heb gewoond, zijn vele interessante architectonische hoogstandjes te vinden van uiteenlopende bouwstijlen. Één van mijn favoriete stijlen is Art Deco. Deze stijl werd zowel in de architectuur, de decoratieve interieurkunst, gebruiksvoorwerpen, meubilair, illustratief en zelfs in de typografie toegepast en ontstond in het begin van de twintigste eeuw. Ook het Scheepvaarthuis waarover ik het ga hebben heeft enkele kenmerken van de Art Deco, vooral het interieur, maar valt onder een geheel eigen bouwstijl, namelijk De Amsterdamse School. Aangezien ik een aantal jaren op de Oostelijke Handelskade heb gewerkt op een reclamebureau passeerde ik elke werkdag dit intrigerende gebouw, hetzij per fiets, auto, tram of bus. Ik werd nieuwsgierig naar het verhaal achter het gebouw omdat het mij opviel dat het een afwijkende stijl had ten opzichte van de omringende grachtenpanden. Ooit zou ik daar naar binnen stappen om meer over het pand te weten te komen. 3 oktober 2009 was het zover. 

Een nadere kennismaking. 

Mijn voorbereidende werkzaamheden waren het lezen van enkele boeken, gewijd aan 
de bouwstijl van de Amsterdamse School en het surfen op internet voor eventuele extra wetenswaardigheden (zie de aparte pagina bronvermelding).
 Als je vanaf het Centraal Station in oostelijke richting loopt en voorbij de Schreierstoren om de bocht komt, sta je ineens oog in oog met het opvallende gebouw. Het maakt een statige indruk en is veel groter dan de grachtenpanden in de directe omgeving. Allereerst heb je het idee dat je naar een kerktoren kijkt, maar de stijl is zo afwijkend dat het meer op een organisch aandoende raket lijkt. In tweede instantie ontdek je dat vanaf de toren, het gebouw in een driehoekige vorm wel minstens honderd meter doorloopt. De entree doet mysterieus aan en lijkt op een soort grot en is dus niet direct uitnodigend. Het gebouw straalt klasse en macht uit en is rijkelijk
gedecoreerd met beeldhouwerken. Er steken
 gestileerde betonnen(?) hoofden uit de muur,
 zodat je nieuwsgierigheid wordt geprikkeld.
Ongetwijfeld is dit een belangrijk gebouw
 voor de de vaderlandse geschiedenis en
voor Amsterdam in het bijzonder.
 Op de noordkant, aan de zijde van de 
Prins Hendrikkade, staat in sierlijke
 gouden kapitalen van ongeveer een meter
hoog de naam: HET SCHEEPVAART HUIS. 

Dit is het eerste gebouw dat volledig is gebouwd in de expressionistische stijl genaamd de Amsterdamse School. De architecten waren Johannes Melchior van der Mey, Pieter Lodewijk Kramer en Michel de Klerk. Deze drie architecten werkten bij architect Eduard Cuypers 1. Voor de beeldhouwwerken zijn Hildo Krop, Hendrik van den Eijnde en Willem Brouwer verantwoordelijk. Na drie jaar bouwen is het gebouw in 1916 voltooid. 

De funktie 

In Het Scheepvaarthuis waren zes rederijen gevestigd; het was een gemeenschappelijk kantoorgebouw en het moest duidelijk verwijzen naar de eeuwenlange scheepvaarttraditie van Nederland. De 29 hoofden, gehakken uit dioriet, aan de gevels zijn van ontdekkingsreizigers, kooplieden, geleerden en gouveneurs van Indië in de tijd van de V.O.C en zijn dus letterlijk kopstukken uit de geschiedenis. Ook zijn er talrijke versieringen aangebracht die verwijzen naar de zee. Gestileerde vissen, zeemeerminnen, schelpen en golven worden veelvuldig en in een streng ritme herhaald. 

Materialen buitenzijde en constructie 

Het gebouw heeft een betonnen skelet dat
 is opgevuld en bekleed met roodbruine baksteen. Ook de vele decoraties zijn tot stand gekomen door de baksteen op uiterst creatieve manieren toe te passen. Zo zijn 
er tientallen manshoge figuren in de gevels verwerkt die grotendeels uit baksteen in elkaar zijn gemetseld. De honderden grijze diorieten en granieten decoraties (prefab vervaardigd) vormen een harmonieus kleurcontrast. Het dak is overwegend grijs door het gebruik van zink, leisteen, en gietijzer.

Beeldende aspecten van de buitenkant 

Het gebouw komt nogal streng over; dit komt waarschijnlijk door de vele verticale ribben en de puntige dakranden, maar wanneer je op de details let blijkt het gebouw een stuk vriendelijker en speelser te zijn. Door de vele ornamentale versieringen met als thema de zee en de scheepvaart, het lijnenspel, zowel horizontaal, verticaal als diagonaal maakt het tot een verassend kijkspel. Het gebouw geeft de indruk als dat van een totaal-sculptuur en is ook als zodanig bedoeld. De versieringen dragen niet bij aan de constructie maar maken wel een belangrijk
 deel uit van het totaalontwerp.
Ook is het interieur geheel in
 harmonie met het exterieur.
 Het is mede tot stand gekomen
 door samenwerking met verschillende kunstenaars, zoals beelhouwers, glas in lood-kunstenaars en meubelmakers. Het Scheepvaarthuis is dus opgezet als een ‘gesamtkunstwerk’; dit is één van de kenmerken van de architecten van de Amsterdamse School

Aan de oostkant (hoek Prins Hendrikkade en Buiten Bantammerstraat) bevindt zich een prachtige hoeksculptuur van een bouwmeester met op de achtergrond een aantal gestileerde V.O.C schepen en op de voorgrond twee zeemeerminnen. Ook de achteringang is rijkelijk versierd met diverse beeldhouwwerken en reliëfs. Verder wordt het gebouw grotendeels omringd door een zilvergrijs ijzeren hekwerk in golvende lijnen wat dus
 de zee verbeeld. De vorm van het gebouw zelf verbeeld een aangemeerd schip waarbij de stuurboordkant aan de Prins Hendrikkade ligt, terwijl de boeg naar het Centraal Station wijst. Zie de plattegrond. 

 

Beeldende aspecten entree en interieur. Het gebouw is in de vorm van een driehoek waarbij één zijde een knik maakt. Naar verhouding is de entree klein te noemen. De eerste indruk van de entree wekt associaties op met de Sagrada Familia van Antonio Gaudí. De entree bestaat uit twee ornament-volle pilaren en twee gebeeldhouwde hoekelementen (combinatie roodbruin baksteen en graniet), met sculpturen van vrouwfiguren waarop de wereldzeeën worden genoemd, namelijk: Atlantische Oceaan, Stille Zuidzee, Indische Oceaan en de Middelandse Zee. De vloeroppervlakte van de entree is zeshoekig en in het plafond zweven vier gebeeldhouwde figuren in een sterrenhemel met verlichting. 

Eenmaal binnen is de hal licht van kleur doordat deze met wit gevlamd marmer bekleed is. Rechts in de hal is een marmeren balie. Het gebouw is sinds 1 juli 2007 in gebruik als vijfsterren hotel en draagt de naam Amrâth Hotel. Gelukkig krijg ik van het personeel toestemming om binnen te fotograferen, zolang ik maar niet de gasten op de foto zet. 

Een zucht van verlichting. 

hal met lichtkoepelsterrenbeelden in glas in lood

 

Eenmaal door de glazen deuren die de hal min of meer in tweeën deelt, wordt je overdonderd door de kathedraal-achtige ruimte. De toren is hol en je kunt vier verdiepingen omhoog kijken, ik schat zo’n dertig meter. Een veelvoud aan schuine vlakken in de hoogte zorgen voor enige desoriëntatie op Esher-achtige wijze. Daar in de hoogte zie je het matglazen gebrandschilderde dak. De monumentale marmeren trap met golvende zijkanten leid je als vanzelf naar de eerste verdieping. (Deze ronde vormen in combinatie met verspringende vlakken zie je later veelvuldig terug in de bouwstijl van de Amsterdamse School).

Op de glazen overkapping zijn aan de ene kant Europa en Afrika te zien, in het midden de sterrenhemel en aan de andere zijde Noord- en Zuid Amerika. Aan de boegzijde zien we verdeeld over drie verdiepingen de twaalf tekens van de dierenriem. Willem Bogtman is degene die al dit mooie glas in lood heeft gemaakt. Het geheel maakt een poëtische indruk en verbind je met de grote spannende buitenwereld. 

Een brede overloop van ongeveer 10 x 25 meter verbind de toren met de achterliggende ruimtes. Op elke verdieping bevinden zich glas in lood ramen, Art Deco zitjes en andere bijpassende objecten. Kortom een uiterst smaakvolle inrichting. De serene stilte wordt af en toe verstoord door het schuivelende personeel of hotelgasten in hagelwitte badjassen, die net een behaaglijk uurtje in de wellnessruimte hebben doorgebracht. Het is tijd voor een dubbele espresso in de bar. 

Terugblik 

Het Scheepvaarthuis komt in eerste instantie nogal dominant over, dit komt waarschijnlijk doordat het een grote massa inneemt ten opzichte van de andere grachtenpanden. Heb je oog voor detail, dan krijg je een steeds grotere waardering voor de architecten. Het is een toonbeeld van vakmanschap en samenwerking van uiteenlopende diciplines waarbij het experiment niet geschuwd is. De scheepvaart is erg belangrijk in de Nederlandse geschiedenis dus verdiend het ook een schitterend gebouw, dat zeker een totaal- kunstwerk genoemd mag worden, en dus een zeer belangrijk monument voor Amsterdam is. 

Copyright tekst en fotografie: Wiebrand Bouwkamp

 

Literatuur en overige bronnen 

“ De Amsterdamse School”, Annuska Pronkhorst en Sophie van Ginneken. Atrium, cop. 2003. Uitgave in opdracht van Elmar b.v. 

“ Nederlandse bouwkunst”, een geschiedenis van tien eeuwen architectuur. Koen Kleijn, Jos Smit en Claudia Thunnissen. Atrium, cop. 2004. Uitgave in opdracht van Elmar b.v. 

www.hetschip.nl. Het Schip is een museum gewijd aan de Amsterdamse School. www.amrathamsterdam.com/nl, de site van het hotel dat nu in dit gebouw is gevestigt.